Caligula en zijn paard
Volgens verschillende geschiedschrijvers was keizer Caligula (regerend van 37 tot 41 n. Chr.) weg van zijn paard Incitatus. In zijn biografie van de keizer schrijft Suetonius (Caligula, 55:3):
Ten gerieve van het paard Incitatus liet hij de dag voor de circusraces soldaten absolute stilte verordonneren, zodat het niet uit de slaap zou worden opgeschrikt. Hij gaf behalve een marmeren stal, een ivoren voederbak, purperen dekkleden en met parels bezette kettingen ook een huis, eigen bedienden en huisfraad om gasten die uit naam van het paard waren uitgenodigd in grote stijl te kunnen onthalen. Men vertelt zelfs dat hij het consulaat voor het paard in petto had.
Cassius Dio schreef in zijn werk vergelijkbare dingen toe aan de keizer en zijn favoriete paard (Romeinse Geschiedenis, 59,14)
Eén van de paarden, die hij Incitatus noemde, nodigde hij uit voor het diner, waar hij hem gouden gerst aanbood en waar hij vanuit gouden bekers wijn dronk op zijn gezondheid; hij zwoer op het leven en geluk van het dier en beloofde zelfs hem als consul aan te stellen, een belofte die hij zeker zou hebben uitgevoerd als hij langer had geleefd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten