Beide machten besluiten naar Athene te gaan om om hulp te vragen in het conflict. Eerst spreekt een gezant van Corcyra. Hij zegt dat Korinthe de aanvaller was in het conflict en dat Athene hen zou moeten steunen, ook omdat het de Atheners een bijna onverslaanbare vloot op zou leveren. Het feit dat Corcyra zich nooit bezig heeft gehouden met allianties, had te maken met het feit dat in de Griekse Oudheid allianties vrijwel altijd offensieve allianties waren. Dat betekent dat als je bondgenoot iemand ging aanvallen, je mee moest doen. Corcyra wilde daar niet in mee, zeiden ze. Nu hadden ze echter de Atheners nodig.
De gezant uit Korinthe gaat hierop in en richt allereerst de aandacht op laatstgenoemd punt. Thucidides vertelt (De Peloponnesische Oorlog I.37.2):
Volgens hen [Corcyra] was hun oude beleid van het weigeren van alle aanbiedingen van bondgenootschappen een beleid van matiging. Het was feitelijk aangewend voor kwade doeleinden, niet voor goede; hun gedrag is zelfs zodanig dat het hen onwillig maakt om bondgenoten te hebben die aanwezig zijn om het aan te zien of om de schaamte te hebben hen hun instemming te vragen.Korinthe geeft verder aan dat zij niet de aanvallers zijn en dat het ook in het belang van Athene is niet in te grijpen bij conflicten tussen concurrerende machten als Korinthe en hun onderdanen. Corcyra was een kolonie van Korinthe. Overmorgen zal ik de reactie van Athene op dit moddergooigevecht noemen.
Boekentip voor vandaag:
Thucydides, The History of the Peloponnesian War
Geen opmerkingen:
Een reactie posten