Bovenste deel van een zuil met het dak van de tempel erboven Bron: Architraaf.nl |
Vitruvius legt in zijn werk uit aan welke eisen verschillende types tempels dienen te voldoen. Hij beschrijft de breedte van de ruimten tussen de zuilen, de hoogte van de zuilen en de traptreden ernaartoe en al dat soort zaken. Een ander punt dat de architect aanstipt is de hoogte van de architraaf boven een zuil en hoe deze zich verhoudt tot de dikte en de hoogte van de zuil eronder. Hij besteedt uitgebreid aandacht aan de proporties van de verschillende delen van de tempel en stelt hier zelfs een soort staffel voor op. De reden dat Vitruvius hier onderscheid in maakt, is niet zozeer bouwkundig van aard, maar optisch (Over Architectuur III.5.9):
Want hoe hoger het oog moet klimmen, hoe moeilijker het door de dikkere en dikkere massa van lucht heen komt. Het mislukt dan ook als het hoog gaat, de kracht wordt eruit gezogen en het geeft de geest een verwarde benadering van de dimensies door. Daarom moet er altijd een overeenkomende toename van de symmetrische proporties van de onderdelen zijn, zodat de grootte van de onderdelen altijd in evenwicht lijkt, ook al staat heb gebouw op een ongebruikelijk hoge plaats of is het van zichzelf enigszins reusachtig.Zoals zo vaak bij Vitruvius is dit geen rocket science, maar misschien juist daarom zo interessant. De Romeinen waren ook gewoon mensen, net als wij. Dat komt het duidelijkste naar voren in het werk van mensen die gewone-mensen-dingen doen, zoals Vitruvius.
Boekentip voor vandaag:
Vitruvius, The Ten Books On Architecture
Geen opmerkingen:
Een reactie posten