Ook onderling hadden de goden verschillende woonplaatsen. Ze woonden niet allemaal in hetzelfde gebied. Dit zorgde ervoor dat de goden wat moesten doen als ze samen moesten komen. Volgens de Romeinse dichter Ovidius (43 v.Chr. - 17 n.Chr.) riep de oppergod Jupiter de goden bijeen om een manier te bedenken om iets te doen aan het toenemende wangedrag van die "mensen" die ze op de wereld hadden gezet. De goden kwamen meteen (Metamorphosen I.173ff ):
De Melkweg Bron: Wikipedia |
Er is een pad over de hemel en het heet de Melkweg en het is beroemd om de helderheid. Over deze weg komen de goden naar het paleis van de machtige Donderaar [Jupiter was de god van het onweer] en naar zijn koninklijke huis. Aan de rechterkant en aan de linkerkant staan de huizen van de voorname goden, gevuld met een menigte die zich verdrukt bij de open deuren. De gewone bewoners van de hemel wonen elders, op andere plaatsen. Hier hebben de machtige en edele goden hun huizen gebouwd. Dit is de plek die ik, als ik zo vrij mag zijn, zonder aarzeling het Palatijndistrict van de hemel zou noemen.In deze zin zijn de goden toch niet veel anders dan de mensen. De allergrootste mensen wonen op de Palatijn, de allergrootste goden wonen in die regio van de hemel. Ovidius kwam duidelijk een wit voetje halen bij de keizer...
Boekentip voor vandaag:
Ovidius, Metamorphosen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten