In zijn werk Timaeus schrijft Plato over een verhaal van een Egyptische priester die vertelt dat 9000 jaar geleden (dus nu inmiddels een kleine 11500 jaar) een eiland verdween. De priester komt met details (Timaeus 25e-25b):
Er lag een eiland voor de zee-engte die je nu de Zuilen van Herakles [Straat van Gibraltar] noemt. Dat eiland was groter dan Libië [Noord-Afrika] en Klein-Azië [Turkije] samen en reizigers van toen konden van daar naar de andere eilanden oversteken en zo naar het gehele tegenoverliggende continent dat die oceaan omsloot. Want de zee hier ligt binnen de zeestraat waar wij over spreken en is dus eigenlijk meer een haven met een nauwe toegang, maar die andere is pas echt een zee en het land dat daaromheen ligt, kan met recht een continent worden genoemd. Op dat eiland, Atlantis, bestond een machtig en indrukwekkend verbond van koningen die heersten over het hele eiland en over nog veel meer eilanden en delen van het vasteland. In het gebied aan deze kant van de zee-engte voerden zij bovendien nog de heerschappij over Libië tot aan Egypte en over Europa tot aan Tyrrhenië [ mogelijk West-Italië].Als kind was ik al bezig met Plato...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten