In 226 werd het Perzische koninkrijk overgenomen door de Sassaniden, een dynastie die het de komende eeuwen voor het zeggen had. Zij raakten in oorlog met de Romeinen en vochten in 259 de Slag bij Edessa uit. Daarbij gebeurde het ondenkbare: de Romeinse keizer Valerianus I (±200 - 260) werd gevangen genomen en meegenomen naar het paleis van de Koning der Koningen Shapur I de Grote (r. 241 - 272).
De "Christelijke Cicero" Lucius Caecilius Firmianus Lactantius (±250 - 320) beschrijft in zijn werk De Moribus Persecutorum "over de dood van de vervolgers" (de authenticiteit hiervan wordt betwist) hoe de laatste maanden van het leven van de keizer aan het hof van Shapur waren (De Mor. Persec. 5):
Hij [Valerianus] verloor als gevangene van de Perzen niet alleen de macht die hij zonder mate uitoefende, maar ook de vrijheid die hij van anderen had afgenomen; en hij verspilde de rest van zijn leven in de verschrikkelijkste situatie van slavernij: want Sapores [Shapur], de koning van de Perzen die hem gevangen had genomen, beval de Romein iedere keer wanneer hij zijn paar of een rijtuig op wilde klimmen om voor hem te bukken en zijn rug te presenteren. Vervolgens zei hij lachend, wanneer hij zijn voet op de schouders van Valerianus zette: "Dit is waar, en niet datgene dat de Romeinen op borden of pleisterwerk zetten."De Romeinen waren meesters in het positief presenteren van zaken in hun propaganda, maar Shapur maakte hier korte metten mee. Hij bracht de Romeinen in zijn propagandarelief in Naqš-i Rustam, bij Fars in Iran op de knieën. Tot zover..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten