Lucius Cornelius Sulla (±138 - 68 v.Chr.) begon zijn carrière als commandant in het leger onder Gaius Marius (157 - 68 v.Chr.) en richtte zich later in zijn carrière op de politiek waarin hij het uiteindelijk zo ver schopte dat hij tot dictator (niet te verwarren met moderne dictators) werd benoemd en wel voor meer dan één termijn. En dit terwijl Sulla niet uit een bijster indrukwekkende familie kwam. Slechts één van zijn voorvaderen was ooit consul geweest, maar die is toen uit de senaat getrapt, dus daar kon Sulla niet mee opscheppen.
Toch wist hij zich helemaal naar de top van de Romeinse Republiek te werken. Hiermee verwierf hij veel geld en de opschepper die hij volgens de overlevering geweest moest zijn, hield zich dan ook niet stil. Volgens de Griekse biograaf Plutarchus (±46 - minstens 120 n.Chr.) kreeg hij daarover wel opmerkingen van de elite (Sulla 1:2-3):
"Hoe kun jij een eerlijke man zijn, wanneer je vader je niets heeft nagelaten en je toch zo rijk bent?" Want hoewel de Romeinen van die tijd niet meer de puurheid en rechtvaardigheid van leven van vroeger hadden, en gedegenereerd waren en toegaven aan de drang naar luxe en extravagantie, hielden ze niettemin hen die geërfde rijkdom verkwist hadden en hen die voorouderlijke armoede lieten varen, in gelijke minachting.Oftewel, rijkdom voor de rijken, armoede voor de armen en zo moet het blijven. Van krantenjogen naar senator was voor een Romein geen eerzame weg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten