Vandaag komt een andere kerkvader aan bod: Clemens van Alexandrië (±125/150 - 215 n.Chr.). In één van zijn werken, de Paidagogos ("de Leraar") besteedt hij een boek aan het gedrag dat mensen dienen te vertonen. Hij beschrijft zijn beeld van schoonheid en heeft niets op met poedertjes, zalfjes en... krokodillenpoep. Kennelijk was het in zijn tijd gebruikelijk dat vrouwen die aanbrachten op hun huid. Clemens geeft onomwonden zijn mening (Paidagogos 3.2; net boven het lange citaat):
Driemaal, zeg ik, niet één keer, verdienen zij te sterven, die de uitwerpselen van krokodillen gebruiken en zichzelf insmeren met het schuim van verdorven lichaamssappen [?] en die hun wenkbrouwen bevlekken met roet en hun wangen insmeren met witte lood.Vrouwen die zich zo gedragen, zegt Clemens, ruïneren hun echtgenoot. Laten we zeggen dat mooie vrouwen meestal helemaal geen make-up nodig hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten