Later ontdekte hij [Caligula] een hoop modder in een steegje en hij beval dit op de toga van Titus Vespasianus te gooien, die destijds aedile was en de verantwoordelijkheid had over het schoon houden van steegjes. Deze actie werd op dat moment niet beschouwd als erg significant, maar later, toen Vespasianus het bestuur over de zaken had overgenomen toen er overal onzekerheid en beroering was en hij de orde overal wist te herstellen, leek dit te zijn door een soort goddelijke aanmoediging en dat het aangaf dat Gaius [Caligula] de stad ronduit aan hem [Vespasianus] had toevertrouwd om het te verbeteren.Van putjesschepper tot keizer.
Boekentip voor vandaag: Cassius Dio, Roman History Volume VII
Geen opmerkingen:
Een reactie posten