Bij Hannibal thuis, in Carthago, is reden aan te nemen dat er wél sprake was van mensenoffers. Rondom verschillende Carthaagse steden zijn tophets gelokaliseerd. Dit zijn locaties waar grote aantallen kruiken met resten van jonge kinderen bij elkaar gevonden zijn. Hoewel deze tophets ook gewoon begraafplaatsen kunnen zijn geweest, worden ze in verband gebracht met het offeren van kinderen aan de god Baäl. De Siciliaanse historicus Diodorus Siculus (±90 - ±30 v.Chr.) geeft een duidelijk en expliciet beeld van hoe het er volgens hem aan toe ging (Bibliotheek 20.14.5-6)
Toen ze hadden nagedacht over deze dingen [dat de goden boos waren] en de vijand in het kamp voor hun muren hadden gezien, waren ze vervuld van bijgelovige angst, want ze geloofden dat ze de eer van de goden die door hun vaders waren gevestigd, hadden verwaarloosd. In hun geestdrift om vergoeding te verschaffen voor deze nalating, kozen ze tweehonderd van de edelste kinderen uit en offerden hen openlijk; en anderen die verdacht waren, offerden zichzelf vrijwillig, in aantal niet minder dan zeshonderd. Er was een bronzen beeltenis van Cronus [Baäl of Moloch] in de stad, die zijn armen uitstrekte, palmen omhoog en naar de grond aflopend, zodat wanneer er een kind in geplaatst zou worden, deze naar beneden zou rollen en in een soort gapend gat, gevuld met vuur zou vallen.Dit was voor de Romeinen een gruwel van de eerste orde, net als voor ons. Of het waar was dat dit gebeurde, daar zijn archeologen het nog niet over eens, maar dit stuk van Diodorus was voor Romeinen als de eerder genoemde Marcus Porcius Cato de Oudere (234 - 149 v.Chr.) wel koren op de molen. De Romeinen moesten de Carthagers aanvallen! Zo geschiedde en omdat de geschiedenis altijd geschreven wordt door de winnaars, weten we niet wat er nou precies gebeurde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten