Tot 40% extra korting op winters assortiment!

zondag 16 december 2012

Jij krijgt mijn macht

Het Romeinse rijk kreeg in de vierde eeuw n.Chr. te maken met een aantal belangrijke ommezwaaien waarin de keizer Constantijn (±280 - 337 n.Chr.) een hoofdrol in speelde. Belangrijk was met name het feit dat het centrum avn de Romeinse wereld van Rome naar Constantinopel (het huidige Istanbul) werd verplaatst en dat er voor een nieuwe religie, het christendom, meer ruimte was dan in het verleden.

Volgens velen was de keizer zelf ook christen. Hoewel deze opmerking niet onomstreden is, kunnen we wel stellen dat Constantijn zich actief bemoeide met conflicten en geloofsrichtingen in het christendom. Dit blijkt uit het Edict van Milaan uit 313 waarmee godsdienstvrijheid keizerlijke goedkeuring kreeg en het Eerste Concilie van Nicaea uit 325 waarin de inhoud van wat we later het Nieuwe Testament zijn gaan noemen, door een door Constantijn voorgezeten vergadering was bepaald.

Een ander document dat lange tijd aan Constantijn is toegeschreven, is de Donatio Constantini, de Schenking van Constantijn, een oorkonde waarin de schrijver namens Constantijn formuleert dat de paus boven de keizer staat in de machtshiërarchie. Hoewel de Italiaanse humanist Lorenzo Valla (±1407 - 1457 n.Chr.) ontdekte dat dit om een achtste-eeuwse vervalsing ging en Constantijn nooit een dergelijk document had uitgevaardigd, heeft het een grote invloed gehad op de positie van de kerk in de Middeleeuwen.

In het document geeft "Constantijn" een aantal redenen waarom de religie van de Romeinen diende te worden afgezworen ten faveure van het christendom. Zo blijkt hij op een gegeven moment aan lepra te leiden en hier vanaf te winnen komen (Donatio Constantini 6):
Want toen een zware en smerige melaatsheid heel het vlees van mijn lichaam was binnengedrongen en er veel artsen bijeengekomen waren om mij hiertegen te behandelen, kreeg ik van geen één mijn gezondheid terug. Bovendien kwamen de priesters van het Capitool erbij en zeiden dat er voor mij een brongebouw moest komen op het Capitool, dat dat bad gevuld moest worden met het bloed van onschuldige kinderen en dat ik gereinigd kon worden door een bad in dat warme bloed. Er waren heel veel onschuldige kinderen bijeengebracht, zoals ze gezegd hadden. Toen de goddeloze, heidense priesters hen wilden slachten en het bad met hun bloed wilden vullen, zag onze Hoogheid de tranen van hun moeders. Meteen huiverde ik voor de daad en vol medelijden met hen gaven wij bevel aan hen de eigen kinderen terug te geven.
Zoals eerder in dit blog vermeld werden mensenoffers door Romeinen niet getolereerd. Het feit dat dit document toch van zo'n grote invloed is geweest op de kerk, honderden jaren lang, zegt wat over de goedgelovigheid van mensen, met name als er machtige instituten in het spel zijn.

Boekentip voor vandaag: Lorenzo Valla, The Treatise on the Donation of Constantine

Geen opmerkingen:

Een reactie posten