In de strijd tussen Gaius Marius de Jongere (108 - 82 v.Chr.) en Lucius Cornelius Sulla (138 - 78 v.Chr.) zette Marius de Samnieten nog in om aan zijn zijde te vechten. Sulla belegerde een leger van Marius en een Samnitisch leger onder leiding van Pontius Telesinus probeerde de eblegering te beëindigen. Toen dat niet lukte, rukten de Samnieten direct op naar Rome om Sulla te dwingen belangrijkere dingen te doen dan Marius belegeren. Aan de meest Noordoostelijke poort van de stad stonden Sulla en Telesinus met hun legers tegenover elkaar.
Volgens de Romeinse historicus Marcus Velleius Paterculus (±19 v.Chr - na 31 n.Chr.) trok Pontius Telesinus de scope van de strijd breder dan een strijd om Marius bij te staan en Sulla weg te lokken. Vraag me niet hoe Velleius Paterculus aan de tekst van de toespraak komt (zelf bedacht?), maar dit is wat hij zijn troepen meegaf voor de strijd ontbrandde (Romeinse Geschiedenis II.27.2):
Rome had geen groter gevaar het hoofd moeten bieden toen ze het kamp van Hannibal minder dan drie mijl van de stad zagen, dan toen Telesinus met groep tot groep ging en uitriep: "De laatste dag voor de Romeinen is aangebroken," en in een luide stem vermaande hij zijn mannen om de stad te vernietigen en hij voelde toe: "Deze wolven die zoveel ravage hebben aangericht aan de Italische vrijheid., zullen nooit verdwijnen tot de bossen, waarin ze hun thuishaven zoeken, zijn omgehakt!"Boekentip voor vandaag:
E.T. Salmon, Samnium and the Samnites
Velleius Paterculus, From Romulus and the Foundation of Rome to the Reign of the Emperor Tiberius
Geen opmerkingen:
Een reactie posten