De drie verschillende soorten zuilen: Dorisch, Ionisch en Korinthisch. Bron: Wikipedia |
Volgens de Romeinse architect Marcus Vitruvius Pollio (± 85 - 20 v.Chr) waren meetkunde en gezond verstand de manieren om aan stevige bouwwerken te komen. Hoe kon je een tempel bouwen die er mooi uitzag en ook niet zomaar in zou storten. Wat is er nu heel mooi en stort niet zomaar in? Het volgende (Over architectuur IV.1.6):
[...] Ze maten de voet van een man en constateerden dat de lengte van de voet zes keer in de de lengte van de man paste. Ze gaven de zuilen een zelfde proportie, dat wil zeggen, ze maakten hem, inclusief het kapiteel, zes keer zo hoog als de dikte van de zuil aan de basis.
De op mannen gebaseerde zuilen werden de Dorische zuilen. Deze kennen we met name van de Romeinse bouwkunst en de moderne bouwwerken met zuilen, maar ook van het Parthenon in Athene. De Ioniërs besloten echter dat de Dorische orde niet voldeed en toen ze de beroemdste tempel uit de Oudheid, die voor Artemis bij Efese gingen bouwen, bedachten ze volgens Vitruvius het volgende (Over architectuur IV.1.7.):
Ze gebruikten de vrouwelijke figuur als de standaard en om het een verhevener effect te geven maken ze de hoogte acht maal de dikte. Aan de onderkant plaatsten ze een basis op dezelfde manier als de schoen bij de voet; ze voegden ook krullen toe aan het kapiteel, zoals het gracieuze krullen van haar aan weerszijden en de voorkant decoreerden ze met cymatia en guirlandes in plaats van haar. Op de zuil zetten zij geulen die leken op de plooien in de kleding van een moeder.
Dit werd de Ionische orde. Er is nog een derde type zuil in de Griekse Oudheid: de Korinthische. Deze komt bijvoorbeeld terug bij het Pantheon in Rome.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten