Tot 40% extra korting op winters assortiment!

dinsdag 31 juli 2012

Hannibal's haarstijl

Het zal de lezer van dit blog niet zijn ontgaan dat de Carthaagse veldheer Hannibal (247 - 183 v.Chr.) één van mijn favoriete historische personen is. Dit omdat hij uit de bronnen naar voren komt als een man met een neusje voor het geniale en onverwachte. Hij zal nog vaak genoeg de revue passeren met slagformaties en strategische trucs, maar vandaag komen we een Hannibal tegen die op zijn hoede is. 


De Griekse geschiedschrijver Polybius (203 - 120 v.Chr.) verhaalt namelijk over een episode in de Tweede Punische Oorlog (218 - 201 v.Chr.) waar Hannibal en zijn leger na de overwinning bij de Trebia oprukken in de richting van Rome en daarbij verschillende legertjes van overwonnen volkeren aan hun leger toevoegden. De Kelten uit Noord-Italië stonden alleen niet als loyaal te boek. Hannibal vreesde voor zijn leven en bedacht iets. Polybius vertelt (Romeinse Geschiedenis 3.78.3-4):
Omdat hij de wispelturigheid van de Kelten en mogelijke aanslagen op zijn leven vreesde, omdat de vriendschappelijke relaties met hen nog zo recent waren, liet hij een aantal pruiken maken, geverfd om te passen bij het uiterlijk van personen van uiteenlopende leeftijden, en hij bleef ze constant wisselen, terwijl hij tegelijkertijd ook een kledingstijl aanmat die paste bij de pruik, zodat niet alleen degenen die hem even een moment hadden gezien, maar ook zij die hem kenden, moeite hadden om hem te herkennen.

zondag 29 juli 2012

Duitsers als mensen behandelen

Publius Quintilius Varus (46 v.Chr. - 9 n.Chr.) was een generaal onder keizer Augustus (63 v.Chr. - 14 n.Chr.) die bekend is geworden door zijn rampzalig verlopen Slag bij het Teutoburgerwoud in het Westen van het huidige Duitsland. Deze slag verliep zó dramatisch dat de Romeinse biograaf Suetonius (69/70 - 140 n.Chr.) over Augustus het volgende schreef (Augustus 23.2):
Ze zeggen dat hij [Auigustus] zó geweldig aangedaan was [door de nederlaag] dat hij gedurende een aantal maanden noch zijn baard, nog zijn hoofdhaar knipte en soms sloeg hij met zijn hoofd tegen de deur en huilde: "Quintilius Varus, geef me mijn legioenen terug!"
Ten tijde van deze slag was Varus naast generaal ook gouverneur van de provincie waar hij zat. Deze twee functies werden doorgaans gekoppeld. De Romeinse geschiedschrijver Marcus Velleius Paterculus (19 v.Chr. - 31 n.Chr.) merkt op dat Varus niet vies was van een beetje geld. In een stijl die bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen niet zou misstaan, kenschetst hij de gouverneur als volgt: (Romeinse Geschiedenis 117.2):
Als arm man betrad hij dat rijke gebied [Syrië], als rijk man liet hij het arm weer achter.
Volgens Velleius Paterculus was Varus verder niet kwaadwillend, maar wel een beetje naief. Zo vertelt hij direct volgend op bovenstaand citaat over wat hij van plan was te doen toen hij Germanië onder zijn hoede kreeg:
Toen hij het commando had over het leger in Germanië, zag hij de Germanen aan voor mensen, terwijl ze behalve ledematen en stem nietys menselijks hebben: met zwaard hadden ze dan niet bedwongen kunnen worden, redeneerde hij, maar via het recht konden ze beslist in het gareel worden gebracht. Met dat soort opvattingen ging hij centraal Germanië binnen, alsof hij zich begaf onder mensen die vreugde scheppen in de prettige kanten van vrede, en een heel zomerseizoen sleet hij met rechtszittingen en uitgesponnen juridische procedures.
Je moet die Duitsers ook niet gaan behandelen alsof het mensen zijn! Dan weet je wat ervan komt.

vrijdag 27 juli 2012

Hypnotiserende hyena's

Hyena's zijn merkwaardige dieren die vooral bekend staan om hun lelijkheid en hun gelach. Er is weinig gracieus aan de hyena. Tenminste, zo lijkt het, want in de Oudheid wisten ze wel beter. De Romeinse schrijver Claudius Aelianus (±175 - ±235 n.Chr.) die we vooral kennen omdat hij met citaten en samenvattingen van stukjes verder verloren gegaan werk strooit in zijn werk, wijst ons op het werk van de grote Griekse filosoof Aristoteles (384 - 322 v.Chr.) over dit rare beest (Over de aard van Dieren 6.14):
De hyena heeft, volgens Aristoteles, in zijn linkerklauw de kracht om iemand te hypnotiseren. Een kleine aanraking is voldoende om zijn slachtoffer te doen verstijven. Als hij bijvoorbeeld stallen binnengaat en een levend wezen in slaap aantreft, sluipt hij zachtjes naderbij en legt zijn klauw met slaapverwekkende kracht op de neus van zijn prooi. Die raakt verstikt en wordt machteloos. Intussen graaft de hyena de aarde onder zijn hoofd weg, precies zo diep dat het achterover valt in de kuil en zijn keel uitnodigend klaar ligt. Dan grijpt hij zijn buit bij de keel, bijt die door en brengt hem naar zijn hol.
Je bent nooit te oud om iets bij te leren!

woensdag 25 juli 2012

Op een lege maag: Trebia

De Carthaagse generaal Hannibal (247 - 183 v.Chr.) is in dit blog al eerder aan bod gekomen. Zijn vindingrijk in logistiek en oorlogsvoering kennen geen gelijke. De Romeinen kregen daar nog een aantal keer mee te maken tijdens de Tweede Punische Oorlog (218 - 201 v.Chr.). Aan het begin van de oorlog, toen Hannibal net de Alpen overgestoken was, was één van de Romeinse consuls, Tiberius Sempronius Longus (±260 - 210 v.Chr.) net met zijn aangekomen na een mars van 40 dagen naar de Po-vallei. Het was toen hartje winter. Longus kwam daar met één doel: de strijd beslissen in het voordeel van de Romeinen en hij had daarvoor een groot leger tot zijn beschikking.


De Griekse geschiedschrijver Polybius (203 - 120 v.Chr.) beschrijft wat Hannibal deed toen hij achter de plannen van Longus kwam (Romeinse Geschiedenis III.71.1):
Hij had een plaats tussen de twee kampen opgemerkt die vlak en boomloos was, maar wel voor een hinderlaag gebruikt kon worden omdat het doorkruist werd door een waterloop met steile oevers en dichtbegroeid was door braambessen en andere stekelige planten; hij stelde een strategie voor om de vijand hier te verrassen.
Het idee was om het Romeinse leger uit de tent te lokken en vervolgens in een hinderlaag te laten lopen op deze plek. Maar hij dacht verder. Het was erg koud en het sneeuwde af en toe en wat je dan écht nodig hebt, dat is een fatsoenlijk ontbijt voor man en paard. Dus stonden de Carthagers die morgen vroeg op en gebruikten een ontbijt, alvorens ze de Romeinen opzochten, die daarvan niet op voorhand op de hoogte waren gesteld. Polybius vertelt (Romeinense Geschiedenis III.72.3-6)
De tijd van het jaar was rond de winter-zonnewende [eind december] en de dag was verschrikkelijk koud en sneeuwig toen bijna alle mannen en paarden het kamp verlieten zonder eerst hun ochtendmaaltijd te hebben gehad. In het begin hield hen enthousiasme hen op de been, maar toen ze de Trebia [rivier], die hoog stond vanwege de regen die die nacht hoger in de vallei dan waar de legers waren, was gevallen, moesten oversteken, had de infanterie daar grote moeite mee omdat het water borst-hoog stond. Gevolg was dat het hele leger leed onder de kou en ook van de honger, omdat de dag voortliep. De Carthagers, daarentegen, die in hun tenten hadden gegeten en gedronken en die hun paarden hadden verzorgd, zaten zich te zalven en te bewapenen rond hun vuren.
 Deze slag liep uit op een slachting onder de Romeinen.

maandag 23 juli 2012

Venus' heupen misvormen

Een paar honderd meter van mijn huis staan een aantal houten panelen van anderhalve meter hoog en twintig meter lang waar jongeren met spuitbussen de prachtigste tekeningen (en lelijke tags) op zetten. Dit is vermoedelijk om het bouwterrein aan de andere kant en het merkwaardige gebouw naast de ruimte met de panelen te ontzien. Om één of andere redenen hebben mensen de behoefte om hun aanwezigheid op de betreffende plek te registreren.


In de Oudheid was er ook sprake van graffiti, maar dan iet op speciale panelen die ervoor neergezet waren, tenminste, daar is geen bewijs van. Een tijd terug kwam de bekendste al ter sprake. Dit keer gaan we naar Pompeii, dat door de bekende uitbarsting van de Vesuvius in 79 n.Chr. onder een dikke laag as terecht is gekomen en daarmee voor historici en archeologen een prachtig inkijkje heeft opgeleverd in die tijd, want veel is prachtig bewaard gebleven in de stad. Zo ook een klein gedichtje (Corpus Inscriptionum Latinarum iv 1284):
Wie er ook lief heeft, loop naar de hel. Ik wil Venus'[godin van de liefde] ribben breken
Met een knuppel en haar lenderen misvormen.
Als zij mijn tere hart kan breken,
Waarom kan ik haar dan niet voor haar kop slaan?
(Vertaling: Wikipedia)
Iemand heeft liefdesverdriet. Dit zegt overigens ook wel wat over de positie van een god in de Romeinse wereld. Kennelijk kun je die met een knuppel te lijf vliegen. Moet je bij de christelijke God niet proberen...

zaterdag 21 juli 2012

Een speer en vrouwenprulletjes

Achilles was één van de hoofdpersonen van misschien wel het bekendste (mythologische) verhaal uit de Oudheid, de Illias, het boek dat toegeschreven is aan Homerus over de strijd tegen Troje. Hij was de zoon van een godin en was onsterfelijk wat betreft zijn hele lichaam, behalve zijn hiel, want daar hield zijn moeder hem vast toen ze hem in het water van de onsterfelijkheid hield. Dit manco werd hem uiteindelijk fataal, maar niet voordat de Grieken Troje onder de voet hadden gelopen.

Opmerkelijk in de aanloop naar de oorlog tegen Troje was dat Achilles eigenlijk helemaal geen trek had in deze oorlog. Volgens de Romeinse Mythograaf Hyginus (2e eeuw m.Chr.) was daar een slinkse truc van de man die we mede kennen omdat ze een type computervirus naar zijn meesterwerk hebben genoemd, Odysseus voor nodig (Fabulae 96):
Toen Thetis [Achilles' moeder] de afstammeling van Nereus erachter kwam dat Achilles, de zoon die ze had gedragen voor Peleus[zijn vader dus], zou sterven als hij Troje zou gaan aanvallen, stuurde zij hem naar het eiland Scyros, en vertrouwde hem toe aan koning Lycomedes. Hij hield hem bij zijn maagdelijke dochters in vrouwenkleding en onder een valse naam. De meisjes noemden hem Pyrrha, omdat hij rossig haar had en in het Grieks wordt iemand met rood haar Pyrrhos genoemd. Toen de Grieken erachter kwamen dat hij [Achilles] daar verborgen was, stuurden zij gezanten naar koning Lycomedes om te smeken hem te sturen om de afstammelingen van Danaë te helpen. De koning ontkende dat hij er was, maar gaf toestemming het paleis te doorzoeken. Toen ze niet konden uitvinden welke hij was, stopte Odysseus vrouwenprulletjes in het voorhof van het paleis en daarbij een schild en een speer. Hij verzocht de trompetter plotseling op zijn trompet te blazen en riep op tot het lawaai maken met wapens en het gillen. Achilles, die dacht dat de vijand er was, trok zijn vrouwenkleren uit en greep schild en speer. Op die manier werd hij herkend en beloofde hij de inwoners van Argos zijn hulp en die van zijn soldaten, de Myrmidonen.
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan, zeggen we maar. 

donderdag 19 juli 2012

Prestatiebevorderende middelen in de Oudheid

Eergisteren werd wielrenner Fränk Schleck betrapt op het gebruik van een verboden middel en verdween hij uit de Tour de France. Dit bracht me ertoe eens te gaan zoeken naar aanwijzingen voor doping in de Oudheid. Ik vond een aantal interessante stukjes die er wel wat van weg hebben. De Romeinse schrijver Plinius de Oudere (±23 - 79 n.Chr.) schreef erover in zijn boek Naturalis Historia. Gladiatoren die last krijgen van buikpijn en kneuzingen konden daar wel iets tegen gebruiken (Naturalis Historia XXXVI 202)
"Voor buikpijn of kneuzingen," zegt Marcus Varro - ik citeer zijn eigen woorden - zou je haard je medicijnkastje moeten zijn. Drink de as, opgelost in water, en je zal genezen zijn. Kijk maar hoe de gladiatoren na het gevecht geholpen worden door deze drank."
Het is natuurlijk de vraag wanneer iets doping is en wanneer gewoon een medicijn in een tijd zonder een lijst verboden middelen, maar duidelijk is dat Plinius hier een prestatiebevorderend middel heeft beschreven. Een sportman die zes Olympische titels won in het worstelen, Milo van Croton (±556 - na 510 v.Chr) stond bekend om zijn dieet van veel vlees en het meezeulen van stenen (Naturalis Historia XXXVII 54):
Alectoria is de naam gegeven aan een steen die wordt gevonden in het gewas van pluimvee, die eruit ziet als kristal en ongeveer zo groot is als een boon; sommigen zeggen dat Milo van Croton vaak deze steen met zich meenam, iets dat hem onoverwinnelijk maakte in atletische wedstrijden.
De vraag is: waar laat een naakte worstelaar een steen als hij gaat vechten? Hoe dan ook is één ding niet veranderd in al die eeuwen: de meeste artsen hebben zo een opvatting over topsport. Zo ook de grote medicus en filosoof Claudius Galenus (131 - 201-216 n.Chr). Hij vergelijkt atleten als Milo met varkens (Thrasybulus 37):
We hebben gezien dat hun hele leven is samengevat in het volgende overzicht: ze zijn ofwel aan het eten, of aan het drinken, of aan het slapen, ofwel zitten ze op het toilet of zijn ze aan het rollen in het stof en de modder.
Misschien heeft hij daar ook gewoon gelijk in. 

dinsdag 17 juli 2012

IMPCAESVESPASIANAUGPMTRPPPCOSIII

Een tijd geleden kwam hier een grafsteen van een soldaat uit de Romeinse tijd aan bod. Zijn leven en militaire carrière werden kort en in afkortingen opgetekend. Een andere keer kwam een edict van keizer Diocletianus  (236/237 - 316 n.Chr.) en zijn medekeizers aan bod waarin voor vier mannen hele reeksen eretitels genoemd werden, waardoor het edict al flink lang was, voor er überhaupt aan begonnen was. Vandaag aandacht voor keizer Vespasianus (9 - 79 n.Chr.), de keizer die als winnaar uit het Vierkeizerjaar (68-69) kwam en vervolgens een decennium relatief probleemloos aan de macht was.


Van Vespasianus (niet anders dan bij de meeste andere keizers met een behoorlijke regeerperiode) zijn veel munten bewaard gebleven, waaronder deze:
Bron: Flickr (en British Museum)

Op deze zijde van de munt staat een mollige man met een laurierkrans en eromheen de tekst:
IMPCAESVESPASIANAUGPMTRPPPCOSIII 
Weer van die afkortingen en weer staat er behoorlijk veel over de keizer en over de datering van de munt op. IMP is de afkorting voor Imperator een overwinnende veldheer en verwant aan het engels Emperor, CAES staat voor Caesar, ook een keizerlijke titel. VESPASIAN is zijn naam, AVG staat voor Augustus (verhevene), PM is Pontifex Maximus (hogepriester), een ambt dat door de keizer werd vervuld, TRP staat voor Tribunitia Potestas, met de macht van een volkstribuun, PP is Pater Patriae (Vader des Vaderlands), COS III staat voor het consulschap van Vespasianus. Deze munt moet geslagen zijn tijdens het derde consulschap van de keizer, in het jaar 72 dus.

zondag 15 juli 2012

Jij bent geen maagd meer!

Een aantal moderne wetenschappelijke theorieën zijn al eens eerder bedacht en vervolgens in onbruik geraakt. Eén van de bekendste is de atoomtheorie, het idee dat alles uit fundamentele en ondeelbare bouwstenen bestond. Het Oudgrieks ἄτομος (atomos) betekent niets anders dan "niet deelbaar". Dit concept wordt doorgaans toegeschreven aan de "lachende filosoof" (omdat hij vreugde als opperste goed beschouwde) Democritus (±460 - ±370 v.Chr.). Naast een filosoof en schrijver van diverse werken bleek hij nog meer in zijn mars te hebben. De biograaf Diogenes Laërtius (3e eeuw n. Chr.) schrijft namelijk dat hij dingen heel goed in kon schatten (Democritus 10):
Athenodorus vertelt ons in het achtste boek van zijn Conversaties dat een keer, toen Hippocrates hem [Democritus] kwam bezoeken, beval dat er wat melk zou worden gebracht; en dat, toen hij de melk zag, hij zei dat het de melk van een zwarte geit met haar eerste kind was; hierop was Hippocrates onder de indruk van deze accurate kennis. Ook kwam er een jonge dame mee met Hippocrates en op de eerste dag groette hij haar als volgt: "Goedemorgen, mijn maagd", maar op de volgende dag: "Goedemorgen mevrouw," want zij was inderdaad gedurende die nacht ontmaagd.
Laten we hopen dat Hippocrates zijn dochter niet had meegenomen...

vrijdag 13 juli 2012

Bomen omhakken

In de vroege Middeleeuwen werden grote delen van Europa door rondtrekkende missionarissen gekerstend (christelijk gemaakt). Een beproefde methode daarvoor was om iets te doen wat de goden nooit zouden accepteren en dan vervolgens niet bestraft te worden. Een bekend voorbeeld hiervan is Bonifatius (7e en 8e eeuw n.Chr.) die een heilige en aan de god Donar gewijde eik zou hebben omgehakt en op die manier veel volgelingen zou hebben vergaard toen Donar niet ingreep.


Dergelijk gedrag was echter doorgaans gewoon not done in de Oudheid. Er is een inscriptie bewaard gebleven van een wet die dit duidelijk strafbaar stelde en mensen wilde motiveren brekers van deze wet aan te geven bij het tempelpersoneel in het Zuiden van Griekenland (Inscriptiones Graecae V,1 1390):
Wat betreft het hakken van hout in het Heiligdom: niemand mag hout van deze heilige plaats hakken en als iemand erop betrapt wordt, moet hij, als hij slaaf is, gegeseld worden door de heilige mannen en als hij een vrijgeborene is, dan moet hij een boete betalen waarvan de hoogte door de heilige mannen wordt bepaald. Degene die wetbrekers betrapt, moet hen naar de heilige mannen brengen en zal de helft van de boete ontvangen.
Lijkt me een effectieve wet, maar de vraag is: wat krijg je als je een slaaf betrapt?

woensdag 11 juli 2012

Met blote voeten

Op een binnenplaats van de villa van zijn vrouw Livia stond een standbeeld van ruim 2 meter hoog van de Romeinse keizer Augustus (63 v.Chr. - 14 n.Chr.). De keizer (van 1,75 m in werkelijkheid, volgens Suetonius) staat gekleed in een militaire uitrusting en richt zich tot de aanschouwer van het beeld.


bron: Wikipedia

Het is gebruikelijk dat in de Oudheid heersers met jonge, geïdealiseerde gezichten en lichamen werden uitgebeeld en dit beeld is hierin geen uitzondering. Wat doorgaans de meeste aandacht krijgt in dit beeld, is de borstplaat en wat daar op staat. Die krijgen vandaag geen aandacht. Vandaag gaat het over de voeten.


Opvallend aan de voeten is dat ze bloot zijn. De keizer loopt op blote voeten. Dit is extra opvallend omdat hij een borstplaat draagt en in zijn linkerhand een speer moet hebben gezeten. De keizer liet zichzelf afbeelden als generaal. Afgezien van het feit dat Augustus zelf zijn veldslagen niet vocht, maar dit overliet aan Marcus Vipsanius Agrippa (63 v.Chr. - 12 n.Chr.), waar zijn de sandalen? Een veldslag met blote voeten is onpraktisch, maar toch had de belangrijkste man in het Romeinse rijk geen schoenen aan.


Algemeen wordt aangenomen dat het feit dat Augustus geen schoenen aan heeft een verwijzing is naar het feit dat dit geen gewone man was. Gewone mannen hebben er last van als ze met blote voeten op een steentje trappen, laat staan op een pijlpunt op het slagveld. Deze Augustus niet. De logische conclusie zou zijn om aan te nemen dat Augustus hier als een god werd afgebeeld op een vergelijkbare manier als de koning op het Narmerpalet. Aan de andere kant, waarom dan wapens dragen? Eén van die verborgen vragen waar geen antwoord op lijkt te zijn.

maandag 9 juli 2012

Piemeltje van Man

Uit de Oudheid zijn een paar namen van grote dichters overgedragen. Homerus en Vergillius zijn wellicht nu de bekendste, maar dat waren zeker niet de enige. Op het eiland Lesbos woonde Sappho in de zevende en zesde eeuw v.Chr. Zij schreef liefdesgedichten over een vrouw (vandaar dus de termen saphisch en lesbisch in de moderne taal). Dat deed ze zo verdienstelijk dat Plato haar neerzette als de tiende van de muzen.


In een tiende-eeuwse Byzantijnse christelijke encyclopedie, de Suda staat een interessant stukje over deze dichteres en haar vermeende familieleven. (Suda s.v. 'Sappho')
Ze was getrouwd met een heel rijke man, Kerkylas die opereerde vanuit Andros.
Opmerkelijk is dat in het overgeleverde werk van de dichteres zelf geen enkele referentie aan haar echtgenoot te vinden is. Daarnaast is het grappig te beseffen dat Kerkylas een Grieks woord is, het verkleinwoord voor "Kerkos" en dat betekent "piemel". Andros is "Man". Aangenomen wordt dat Kerkylas een fictief figuur is. Weinig origineel of geloofwaardig als je het mij vraagt...

zaterdag 7 juli 2012

Morgen ga je dood, mijn kind!

Op dit blog zijn tot nu toe twee stoïcijnse filosofen aan bod gekomen, Marcus Aurelius en Epictetus. Marcus Aurelius relativeerde keizerschap op een mooie manier en Epictetus legde de nadruk op het feit dat het niet past trots te zijn op dingen waar je zelf geen aandeel in hebt, zoals het hebben van een mooi paard. Dit zijn op zich twee stellingen die je tot nadenken zetten, maar ze zijn niet controversieel of shockerend voor de moderne lezer. 

Wat dat zeker wel is, is de opvatting die Epictetus tentoonspreidt met betrekking tot liefde voor vrouw en kinderen. Je vrouw en kinderen zijn volgens Epicurus externe zaken waar je zelf geen invloed op kunt hebben en als zodanig niet al te waardevol. Deze radicale opvatting verwoordt hij op een nogal kille wijze (Zakboekje 3):
Als je je kind of vrouw kust, dan is het: 'Een sterveling, meer niet, geef ik een kus.' Komt die ooit te overlijden, dan raak je namelijk niet van streek.
Nog killer dan dat formuleert hij het in zijn Discourses 3.24.84. 
Wat kan het kwaad dat je op het moment dat je je kind kust, fluistert: "Morgen ga je dood."? 
Het idee is natuurlijk om jezelf te beschermen tegen het verdriet van het verlies van een dierbare door niemand echt dierbaar genoeg te vinden om er echt verdriet om te hebben, maar dit is een benadering die de moderne mens vreemd is en daarom wel zo interessant.

donderdag 5 juli 2012

Áls je ons verslaat!

De verschillende Griekse stadstaten waren in de periode voor Alexander de Grote (356 - 323 v.Chr.) veelal bezig met het elkaar bevechten. Eén van de belangrijkste stadstaten was Laconia, met de hoofdstad Sparta. Drie dingen zijn in het bijzonder interessant aan deze stadstaat (er zijn meer dingen interessant over Sparta trouwens). Ten eerste stond de legermacht van de Spartanen bekend als de allerbeste omdat het uit professionele soldaten bestond. Ten tweede hadden de Spartanen een systeem van opvoeding dat door de staat geleid werd en ook mede verantwoordelijk was voor het militaire succes. Ten derde stonden de Spartanen bekend om hun laconieke houding. Laconiek betekent oorspronkelijk niets anders dan Spartaans.


De Griekse biograaf en schrijver Plutarchus (±46 - minstens 120 n.Chr) geeft hier een interessant voorbeeld van. De koning van de Macedoniërs en vader van Alexander de Grote, Philippus II (382 - 336 v.Chr.) is bezig met een succesvolle invasie van Griekenland en besluit de Spartanen een brief te sturen waarin hij aangeeft wat er te doen staat. De reactie was duidelijk, zo schrijft Plutarchus (Over geklets 17):
Philippus schreef het volgende aan de Spartanen: "Als ik jullie territorium betreed, zal ik jullie allemaal vernietigen, opdat jullie nooit meer op zullen staan"; ze antwoordden hem met één woord: "als".
Discussie gesloten.

dinsdag 3 juli 2012

Ladies and gentlemen, we've got 'em

Iedereen herinnert zich de toespraak van Paul Bremer in 2003 toen ze Saddam Houssein hadden gevangen. De Grote Vijand van het Vrije Westen was gepakt en de rest is geschiedenis. Wat je ook vindt van deze situatie, iedereen is het er wel over eens dat Bremer een boodschap uitdroeg. We hebben de bad guy te pakken. De president van Irak zou een bedreiging zijn voor vrede en stabiliteit, dus hij moest weg.


In de Romeinse tijd kwam dit ook regelmatig voor en het bekendste voorbeeld is ongetwijfeld dat van de bekendste politieke moord in de geschiedenis, die van Julius Caesar (100 - 44 v.Chr.). Hij werd volgens de Romeinse biograaf Plutarchus (±46 - minstens 120 n.Chr) door zoveel mensen tegelijk aangevallen met dolken dat dolken braken en de aanvallers elkaar verwondden (Brutus 17.4-7).


Uiteindelijk overleed Caesar en daarmee overleed het grote gevaar voor het voortbestaan van de door de senatoren gedomineerde Romeinse Republiek. Eén van de grote leiders van de samenzwering tegen deze potentiële koning was Marcus Junius Brutus (85 - 42 v.Chr.). Brutus stamde uit een familie die de Romeins-Etruskische koning Lucius Tarquinius Superbus "de Arrogante" zou hebben verdreven in 509 v.Chr. en daarmee de Republiek had ingesteld. Potentiële koningen zoals Caesar werden door Brutus en zijn medestanders met argusogen gevolgd. Dit belette hem niet om een vriendschappelijke relatie op te bouwen met Caesar. In de plooien van zijn toga bewaarde hij echter wel een dolk en die kwam er op 15 maart 44 v.Chr. uit.


Omdat Brutus niet de beschikking had over Youtube en televisie, moest hij zijn korte boodschap op een andere manier overdragen. Dat deed hij door een nieuwe munt te slaan, wat zeer gebruikelijk was om boodschappen over te brengen:
Bron: Wikipedia


Aan de linkerkant van de munt staat een beeltenis van Brutus, maar op de achterkant staat de ware boodschap. Twee dolken, een muts en een datum. De Romeinse historicus Cassius Dio licht dit verder toe (Romeinse Geschiedenis, 47.25.3):

Naast deze activiteiten [het opzetten van een leger en een aantal militaire handelingen daarmee] sloeg Brutus op de munten die werden geslagen zijn eigen gelijkenis, een muts [die aan slaven werd gegeven als ze vrijgelaten werden door hun meester] en twee dolken, waarmee - en met de inscriptie - hij aangaf dat hij en Cassius [een andere belangrijke samenzweerder] het vaderland had bevrijd.
De Republiek was gered, Ladies and gentlemen, We've got 'em. Alleen jammer voor Brutus dat het niet lang meer duurde voor Augustus (63 v.Chr. - 14 n.Chr.) het toch voor elkaar kreeg de macht over te nemen. Gelukkig voor Brutus zelf had hij toen al zelfmoord gepleegd.

zondag 1 juli 2012

De filosoof-koning en het purper

De Griekse filosoof Plato (427 - 347 v.Chr.) stelde in zijn De Staat dat het het beste was als staten geregeerd zouden worden door denkers zoals hij, door filosofen. Hij heeft het niet mogen meemaken, maar in de hoogtijdagen van het Romeinse rijk dook een echte filosoof-koning op, namelijk de keizer Marcus Aurelius (121 - 180 n.Chr.). Marcus Aurelius was een echte stoïsche filosoof en werd sterk beïnvloed door de grote Epictetus (±50 - ±130 n.Chr.). Naar stoïcijns model wist hij grote dingen te relativeren tot iets heel kleins.


Marcus Aurelius schreef gedurende zijn regeerperiode een werk dat de geschiedenis in is gegaan als Overpeinzingen, maar dat Τὰ εἰς ἑαυτόν heette, "datgene aan zichzelf". Hierin relativeert hij met name op bijzondere wijze het keizerschap. Romeinse keizers waren herkenbaar aan een purpere zoom op hun toga. In het geval van een keizer die naast zijn sandalen ging lopen, Marcus legt duidelijk uit waar dit op neerkomt (Overpeinzingen 6.13):
Jouw purperen gewaad is niets meer dan een beetje schapenwol dat bevlekt is met het bloed van een  purperslak.
Zo kun je het ook bekijken. Opmerkelijk is dat de zoon van Marcus, die hem opvolgde, Commodus (161 - 192), juist bekend stond om zijn grootheidswaan. Maar dat is een onderwerp voor een andere keer.