Romulus kreeg het voor elkaar een stad te stichten en een behoorlijke bevolking bij elkaar te krijgen. Er was alleen een probleem: vrijwel alle bewoners van het vroege Rome waren mannen en dat is geen vruchtbare situatie voor een stad die lang wil blijven bestaan. Letterlijk. Om die reden moest Romulus wat bedenken en dat deed hij. De Griekse biograaf Plutarchus (±46 - minstens 120 n.Chr.) vertelt dat daarvoor Sabijnse vrouwen werden geroofd. Het geraffineerde plan van Romulus ging als volgt (Romulus 14.3-5):
Als eerste werd door hem een boodschap naar het buitenland verspreid dat hij een ondergronds altaar van een bepaalde god had ontdekt. [...] Nu dit altaar was ontdekt vaardigde Romulus er bij proclamatie een geweldig offer op uit en een spektakel open voor alle mensen. En er kwamen veel mensen op af, terwijl hij zelf vooraan zat, tussen zijn belangrijkste mensen, gekleed in purper [koninklijke en keizerlijke kleur voor de Romeinen]. Het signaal dat de tijd voor de aanval was aangebroken zou zijn dat hij zou opstaan, zijn mantel zou vouwen en weer om zich heen zou werpen. Gewapend met zwaarden hielden veel van zijn volgelingen hun ogen op hem gefixeerd en toen het signaal gegeven werd, haalden zij hun zwaard tevoorscheid en gristen gillend de dochters van de Sabijnen weg, maar stonden de mannen toe en spoorden hen aan te ontsnappen.En voilà, er waren Romeinse vrouwen. Later speelden zij nog een belangrijke rol in een politieke kwestie door niet toe te staan dan hun nieuwe echtgenoten (want ze bleven in Rome) zouden strijden tegen hun vaders en broers. Dat kon destijds zo gewoon.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten