In de Aeneïs vertelt Aeneas aan het Carthaagse hof van koningin Dido was zijn stad is overkomen. Hij jammert dat er een gigantisch paard werd afgeleverd en het Griekse leger weg was. De priester Laocoön vermoedde een list, maar toen kwamen herders met een geboeide Griek, Sinon, opdagen. Hij vertelt dat hij een zoenoffer voor de Grieken was. Door te sterven zou hij de Grieken weer in een goed daglicht kunnen zetten bij de godin Pallas. Ulixes (Odysseus) zou het beeld namelijk hebben gestolen. Daar was de godin Minerva niet blij mee, zoals blijkt uit de tekst (Aeneïs II.):
Dit gaf hun Pallas overduidelijk te verstaan door onmiskenbare tekens: nauwelijks was het beeld in hun kamp opgesteld, of vlammen fonkelden uit de opgeheven ogen van het beeld, het zoute zweet brak haar uit en ze sprong - wonderlijk! - driemaal op van de grond, toegerust met haar ronde schild en sidderende speer.De goden waren boos, dus de Grieken moesten wegwezen. Sinon werd verkozen als zoenoffer voor de Trojanen om te doden en de Grieken gingen ergens bij een eiland zitten. De Trojanen geloofden Sinon opmerkelijk genoeg uiteindelijk en haalden het paard binnen de muren, waar ze een grote fout mee maakten.
In verkiezingstijd kan dit verhaal misschien wel gebruikt worden als je niets met Grieken te maken wilt hebben...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten