De Byzantijnse filosoof en historicus Procopius (kort voor 500 - na 562 n.Chr.) beschrijft in zijn werk de opstand die binnen de kortste keren uitliep op een volksopstand tegen de keizer. Na gebruikelijke rellen waren leden van de verschillende groeperingen opgepakt voor moord. De reactie was als volgt (Geschiedenis van de Oorlogen I.24.8-13):
Maar deze keer leden de gezagsdragers van de stadsoverheid van Byzantium [Constantinopel] sommige relschoppers naar hun dood. Maar de leden van de twee groeperingen spanden samen, stelden een staakt-het-vuren in met elkaar, pakten de gevangenen af en gingen vervolgens rechtstreeks de gevangenis in, waar ze alle gevangenen vrijlieten, of ze nu beschuldigd waren van relschopperij of opruiing, of voor een andere onrechtmatige daad. En alle toezichthouders in dienst van de stad werden gedood; ondertussen vluchtten de weldenkende burgers naar de overkant van het vasteland en de stad werd in brand gestoken toen het in handen van de vijand viel. Het heiligdom van Sophia en het badhuis van Zeuxippus en een deel van de keizerlijke residentie vanaf de propyleeën tot zo ver als het Huis van Ares werd verwoest door vuur. Verder werden de beide grote zuilengalerijen die liepen tot het marktplein dat de naam van Constantijn droeg verwoest, alsmede veel huizen van rijken en een gigantische hoeveelheid rijkdommen.Keizer Justinianus (482/483 - 565 n.Chr.) sloeg de rellen keihard neer en volgens Procopius kwamen meer dan dertig duizend burgers om (I.24.50-56). Een zwarte dag in de geschiedenis. Niet om de gebeurtenissen in Haren te bagatelliseren, maar om aan te tonen dat we soms allemaal net Romeinen rond een wagenren-wedstrijd zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten