Keizer Augustus (63 v.Chr. - 14 n.Chr.) is de geschiedenis in gegaan als één van de grootste politici aller tijde en daar heeft hij een deel zeker van verdiend. In de Romeinse tijd is het, zeker in de overgangsperiode waar Augustus in leefde, een prestatie van formaat om decennialang aan de macht te blijven (van 27 v.Chr. tot zijn dood in het geval van deze keizer). Je hebt daarvoor heel veel nodig: militaire overwinningen, de juiste vrienden, maar zeker ook een goede PR. Augustus kon zeker op dat laatste rekenen.
Eerder kwamen Augustus' laatste theatrale woorden aan bod. Vandaag bespreken we de memoires die de keizer voor zijn dood zelf heeft opgesteld. In zijn Res Gestae divi Augusti ("de daden van de goddelijke augustus") beschrijft hij de grootste wapenfeiten uit zijn leven. Veldslagen, publieke functies en dergelijken (maar geen zwarte bladzijden) geven een mooi beeld van hoe de keizer graag herinnerd wilde worden. Opvallend is verder dat hij onder zijn grootste prestaties ook een aantal donaties en door hem georganiseerde en uit eigen zak betaalde spelen noemt. Eén van deze spectaculaire spelen trekt de bijzondere aandacht. Augustus beschrijft het (Res Gestae 23):
Ik heb het volk een show, bestaande uit een zeeslag, gegeven aan de overkant van de Tiber, na uitdieping van het terrein over een lengte van 1.800 voet en een breedte van 1.200 voet. Op deze plek is nu het park van de Caesars. Bij dit show-gevecht leverend dertig van scheepssnebben [een onderdeel van het schip dat gebruikt werd om andere schepen mee te rammen] voorziene drie- en tweeriemers (en nog veel meer kleinere schepen) met elkaar slag. Op deze vloot hebben ongeveer 3.000 mannen gevochten, afgezien van de roeiers.Weet je nog, die dag? Geweldig was dat hè?!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten