Iedere broer ging in zijn helft van het paleis wonen. Terwijl ze de binnendeuren barricadeerden, gebruikten ze alleen de openbare buitendeuren gezamenlijk. Carracalla en Geta stationeerden hun eigen privé-wachters en werden nooit samen gezien, behalve af en toe kort tijdens hun openbare verschijningen.Eén van die gezamenlijke openbare verschijningen was de uitvaart van hun vader. Septimius Severus werd, naar goed Romeins gebruik, als goede keizer na zijn dood tot een god verklaard (deificatio). Kort na de uitvaart liep het verder uit de hand tussen Caracalla en Geta. Volgens Herodianus was duidelijk dat Geta de good guy was en Caracalla de bad guy. Na een hoop strijd en pogingen de ander te vergiftigen of op een andere slinkse wijze om te brengen, neemt Caracalla op 19 december 211 zijn zwaard in de hand en begeeft zich naar zijn broer (Romeinse Geschiedenis 4.4.3):
Omdat zijn samenzweringspogingen niet succesvol waren bedacht hij dat hij een wanhopig en gevaarlijk plan moest proberen; [een gedeelte ontbreekt in de overgeleverde tekst], zijn moeder stierf van verdriet en zijn broer door verraad. Dodelijk verwond stierf Geta, zijn moeder's borst met bloed doorwekend. Nadat hij in zijn moord geslaagd was, rende Caracalla uit de kamer en haastte zich door het paleis, terwijl hij riep dat hij aan groot gevaar was ontsnapt en het er ternauwernood met zijn leven vanaf had gebracht.Geta was dus dood en Caracalla kon het rijk verder een paar jaar beheersen tot hij zelf ook gedood werd. Hij wist de senaat ervan te overtuigen dat Geta hem en zijn moeder aangevallen had en dat Caracalla zich slechts had verdedigd. Geta werd daarop niet tot god verklaard, maar over hem werd een vervloeking van de herinnering (damnatio memoriae) uitgeroepen. Dat gebeurde wel vaker, maar bij Geta heeft dat interessante gevolgen gehad, zoals op deze afbeelding blijkt:
Bron: About.com
Septimius Severus en Julia Domna hadden twee kinderen: Caracalla en [...]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten