Tot 40% extra korting op winters assortiment!

dinsdag 22 mei 2012

Held met vier benen

In mijn allereerste blogpost kwam de relatie van de Romeinse keizer Caligula (regerend van 37 tot 41 n. Chr.) met zijn paard Incitatus aan bod. Vandaag bespreek ik de relatie van een man met een minder bizarre reputatie en zijn paard. Alexander de Grote (356 - 323 v.Chr.) had namelijk ook een paard en daar was hij bijzonder aan gehecht. Op een beroemd mosaiek dat gevonden is in Pompeii is Alexander te zien met zijn paard.


Bron: Wikipedia


Zijn paard had de weinig vleiende naam Bucephalus ("Ossenkop") en volgens de Griekse biograaf Plutarchus (±46 - minstens 120 n.Chr) was het een bijzondere match. Bucephalus bleek moeilijk te beheersen toen deze aan koning Philippus II (382 - 336 v.Chr.), de vader van Alexander werd verkocht. Alexander zag wel gelijk de klasse van het paard, als het maar goed behandeld zou worden (Alexander 6.2.):
Toen was Philippus verdrietig en beval het paard weg te leiden, in de veronderstelling dat het wild en ongetemd was; maar Alexander, die vlakbij was, zei "Wat een paard raken zij kwijt omdat ze het door hun gebrek aan kwaliteiten en moed niet kunnen beheersen!"
Alexander kreeg van zijn vader de kans te proberen het paard onder controle te krijgen en slaagde daarin. De prestatie was van dermate grote klasse dat Philippus helemaal onder de indruk was en Plutarchus hem de volgende woorden in de mond legt (Alexander 6.5.):
"Mijn zoon, zoek een rijk dat jou waardig is. Macedonië [waar Alexander vandaan kwam] heeft niet de ruimte voor jou."
Alexander is er later op uit getrokken met Bucephalus en zijn leger en bleek inderdaad een veel groter rijk te kunnen veroveren (hij is niet voor niets De Grote geworden). Tijdens één van de veldslagen waarin Bucephalus gevangen werd genomen, bleek hoe belangrijk hij was voor Alexander. Volgens Plutarchus was Alexander bereid heel ver te gaan om zijn paard terug te krijgen (Alexander 44.3.):
Alexander was buiten zinnen van woede en stuurde een bode met het dreigement hen allen aan het zwaard te rijgen, samen met hun vrouwen en kinderen als ze hem zijn paard niet zouden teruggeven. Maar toen ze aankwamen met zijn paard en hem ook hun steden gaf, behandelde hij hen allemaal vriendelijk en gaf losgeld voor zijn paard aan hen die het hadden gevangengenomen.
Uiteindelijk sterft zelfs het meest geliefde paard en Alexander was dan ook ontroostbaar. Als laatste eer besloot Alexander één van zijn zelf gestichte steden géén Alexandria te noemen (Alexander 61.1.):
Na de slag met Porus [een volk in Punjab, India] stierf Bucephalus - niet meteen, maar enige tijd erna - volgens sommige schrijvers door de wonden waarvoor hij behandeld werd, maar volgens Onesicritus [Alexander's admiraal] was door ouderdom versleten geraakt. Hij was dertig jaar oud toen hij stierf. Zijn dood deed Alexander verschrikkelijk veel verdriet. Hij voelde dat hij niets minder dan een kameraad en een vriend had verloren; hij bouwde een stad aan de oevers van de Hydaspes [de huidige Jhelam, een zijrivier van de Indus] in zijn herinnering en noemde die Bucephalia. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten