In de Romeinse tijd hadden keizers de neiging het zilver- en goudgehalte van munten te verlagen zodat ze meer munten konden slaan om de legers te betalen. Dit leverde een probleem op dat de Romeinen niet goed begrepen: inflatie. Prijzen stegen en dat had zo zijn gevolgen, met name in de legers. Dit bracht de keizer Diocletianus (242 - 316 n.Chr.) ertoe in te grijpen met zijn in 301 gepubliceerde Prijsedict dat eerder in dit blog is langsgekomen, maar niet inhoudelijk is besproken.
Fragment van het Edict, in het Pergamonmuseum van Berlijn
Bron: Wikipedia
In zijn Prijsedict legt Diocletianus de maximumprijzen van allerlei goederen en diensten vast. In de inleiding op het Edict licht hij toe waarom hij dit noodzakelijk acht. Sommige mensen zijn namelijk zó hebzuchtig dat ze de hele economie uitknijpen en naar de knoppen helpen. Hier moet iets aan gedaan worden. Diocletianus besluit hier een harde lijn in te handhaven om ervoor te zorgen dat de hebzucht van mensen de economie niet verder kan verpesten (Prijsedict alinea 13):
[...] we [Diocletianus en zijn medekeizers] bepalen dat als iemand het durft tegen de regels van dit statuut te handelen, hij de doodstraf zal krijgen. En laat niemand aannemen dat we ontberingen opleggen, want terughoudendheid is aanwezig en mogelijk als een veilige haven om de straf te voorkomen.Diocletianus laat het daar echter niet bij, want ook de consument heeft zo zijn verantwoordelijkheden in deze kwestie (alinea 14):
Dezelfde straf gaat ook uit naar die persoon die in zijn gretigheid om te kopen akkoord gaat met de met dit statuut strijdige hebzucht van de verkoper.Het Prijsedict roept op tot terughoudendheid, maar bleek niet te handhaven, want wie gaat over het hele rijk controleren of de wet nageleefd wordt?
Boekentips voor vandaag:
Peter Temin, The Roman Market Economy
Roger Rees, Diocletian And The Tetrarchy
Geen opmerkingen:
Een reactie posten