Een opvallend geval uit dat verleden komt uit het werk van de Griekse historicus Herodotus van Halicarnassus (±485 - ±425 v.Chr). Hij vertelt namelijk over de opkomst van de Zuid-Griekse stadstaat Sparta. Volgens de priester van de tempel van Delphi was het voor de Spartanen noodzakelijk om de botten van Orestes, de zoon van Agamemnon, te vinden om hun macht te vestigen. Dit bleek een probleem, want de heren konden Orestes niet vinden, tot ze ene Lichas aan de tand voelden. Hij had namelijk het graf van Orestes gevonden. Desgevraagd sprak hij (Historiën I.68.2-3):
"Mijn Laconische [Spartaanse] gast, als jij zou hebben gezien wat ik heb gezien, zou je werkelijk verbijsterd zijn, want je verwondert je zo om werken met ijzer. Ik wilde een put graven in de tuin hier en tijdens het graven stuitte ik op een kist van twaalf voet land [ongeveer 4 meter]. Ik kon niet geloven dat er ooit mannen zijn geweest die langer waren dan nu, dus ik opende het en zag dat het lichaam net zo lang was als de kist. Ik mat het op en begroef het opnieuw."Dit bleek Orestes te zijn. De Spartanen groeven het lichaam op en deden wat ze moesten doen. Het is ook niet verrassend dat de Grote Orestes bijna vier meter was, zeker met Herodotus' gevoel voor mythologie.
Boekentip voor vandaag: Herodotus, The Histories
Geen opmerkingen:
Een reactie posten