Vandaag ga ik het echter hebben over een heel ander stuk Romeins recht, het burgerlijk recht (niet te verwarren met burgerrecht). Romeinen vonden het namelijk ook erg leuk om allerlei dingen in wetten vast te leggen en om de zoveel tijd werden hiervan bundels gemaakt die gebruikt werden in het onderwijs. Een voorbeeld hiervan is het werk van de jurist Gaius (±110 - ±180 n.Chr.). hij schreef rond het jaar 161 n.Chr. zijn Instituten waarin hij allerlei wetten en regels noemt, waaronder het personenrecht. De belangrijkste distinctie onder personen is dat ze ofwel vrij zijn, ofwel slaven. Onder de slaven waren er nog verschillende soorten, waarvan de overgegeven buitenlanders (peregrini dediticii) de soort met de minst hoge status waren. Gaius zegt daarover (Instituten I.13):
Door de lex Aelia Sentia [een wet] wordt bepaald dat slaven die door hun meesters als straf geboeid of gebrandmerkt zijn of wegens een delict op de pijnbank ondervraagd en veroordeeld zijn of die zijn uitgeleverd om met mensen of wilde beesten te vechten of die aan een gladiatorenschool zijn uitgeleverd of in de gevangenis zijn geworpen, dan zullen ze, als ze later door dezelfde of een andere meester worden vrijgelaten, in dezelfde rechtspositie komen als de peregrini dediticii.Afhankelijk van wat voor soort slaaf je bent, kun je na vrijlating een bepaalde positie innemen in de maatschappij. Dan moest je je wel netjes gedragen.
Boekentip voor vandaag
Gaius, The Commentaries of Gaius
Geen opmerkingen:
Een reactie posten