Tot 40% extra korting op winters assortiment!

zondag 25 maart 2012

"Jullie zijn beter dan wij"

Koning Darius II van Perzië had twee zoons: Artaxerxes en Cyrus de Jongere die na de dood van de koning in een strijd om het koningschap verwikkeld raakten. Artaxerxes werd na Darius' dood koning gekroond en Cyrus werd in Turkije gelegerd als gouverneur. Cyrus ging hier echter niet akkoord en rukte op naar Mesopotamië (het huidige Irak) waar hij zijn broer van de troon wilde stoten. 


Om met een zo groot mogelijk leger op te kunnen draven, maakte Cyrus gebruik van een beproefde recruteringsmethode in de Oudheid: hij nam huurlingen in dienst. Huurlingen waren mensen die zich voor het geld en/of het avontuur lieten inhuren door generaals en andere lieden die soldaten nodig hadden om vervolgens een oorlog te voeren waar ze misschien niets mee te maken hadden. 


De huurlingen die Cyrus in dienst nam, waren Grieken. Dit trotse volk had altijd al een hoge pet van zichzelf en dat was hier ook niet anders. Temidden van het huurlingenleger bevond zich een jonge leerling van Socrates, Xenophon (±430 - 355 v.Chr.) die kennelijk ook belust was op geld en avontuur, maar die vooral bekend werd omdat hij de onderneming optekende in zijn Anabasis, één van de bekendste werken uit de Griekse Oudheid.


Toen Cyrus en zijn Perzisch-Griekse coalitie vlakbij het huidige Baghdad was, kregen zij door dat Artaxerxes een leger van ruim een miljoen soldaten (jaaaaja) op de been had weten te brengen toen hij net op tijd op de hoogte was van de invasieplannen van zijn broertje. Aan de vooravond van de aanstaande Slag bij Cunaxa (401 v.Chr.) riep Cyrus zijn onderbevelhebbers bij zich om de tactiek te bespreken en hen moed in te spreken (Anabasis I.7:3-4):
'Mannen van Griekenland, het is niet uit gebrek aan barbaren dat ik jullie als bondgenoten meeneem, maar omdat ik jullie veel moediger en veel doelmatiger houd dan massa's barbaren; dát is de reden waarom ik jullie aan mijn leger heb toegevoegd. Toont dat jullie de vrijheid die jullie bezitten en waarmee ik jullie gelukwens, waard zijn. [...] Jullie zullen voor een ontelbare massa vijanden staan en die zullen onder geweldig geschreeuw aanstormen. Zo jullie daartegen bestand blijken, moet ik me voor de rest schamen bij de gedachte dat jullie zullen ondervinden wat voor slag van mensen mijn landgenoten zijn.'
Je zou bijna medelijden gaan voelen voor die arme Perzen. Als hun potentiële koning (Cyrus stierf tijdens de volgende slag, dus uiteindelijk werd dat niks) al zo over zijn volk denk... Of zou het zijn dat Xenophon deze toespraak zelf bedacht heeft?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten